afb. A.F.A.M. Wetzer, 30 juli 2004
Hoekpand Triniteitstraat / Parade, in de zijgevel zijde Triniteitstraatafmetingen: 115 x 65 cmmateriaal: Luikse of Namense steen datering: 1619 De steen is beschadigd: in het midden ontbreekt een figuur. De voorstelling is vrij uitgebried. Mogelijk was de ontbrekende figuur Charitas, met aan weerszijden een aantal knielende weeskinderen. Eronder staat de tekst "Egentibus quod orphanis opus dato iuva memor 1619".7 In 1564 werd door het stadsbestuur op deze plaats een weeshuis gebouwd, waarbij de Alexianen of Cellebroeders de zorg voor de wezen op zich namen. Vanwege deze werkzaamheden werd het klooster tijdens de beeldenstorm gespaard, doch omdat er geen nieuwe kloosterlingen mochten worden aangenomen was de orde gedoemd uit te sterven. In 1576 stierf de laatste Cellebroeder. Het weeshuis werd toen stadsweeshuis. Kort na 1616 was men door een schenking in de gelegenheid om een nieuw gebouw neer te zetten, waaraan deze gevelsteen vermoedelijk herinnert. In 1629 kwam het weeshuis onder protestants bestuur en in 1865 werd het afgebroken. Op de plaats kwam het Gereformeerd Burger Weeshuis. | 7 |
Noten | |
7. | "Help door te geven indachtig wat arme wezen nodig hebben" |
Op de hoek Parade-Triniteitstraat in Den Bosch zit aan de zijde van de Triniteitstraat - voor een groot deel verborgen achter het struikgewas - een beschadigde gevelsteen. Op deze gevelsteen zat in het midden een centrale figuur, de Charitas. Aan weerszijden daarvan een aantal geknielde weeskinderen. Eronder staat de tekst: „Egentibus quod orphanis opus datu luva memor 1619”. Vrij vertaald betekent dat: „Help, door te geven wat arme wezen nodig hebben”. Deze steen herinnert ons aan het weeshuis. In 1564 had het Bossche stadsbestuur een weeshuis opgericht. Eén van de bepalingen hierbij was, dat deze wezen ook onderwijs zouden moeten ontvangen. Er moest één meester voor de jongens komen en een meesteres voor de meisjes. Ook zouden de wezen een ambacht moeten leren. Het is niet duidelijk of dit stedelijke weeshuis ooit gefunctioneerd heeft. Al spoedig na de genoemde datum namen de Alexianen of Cellebroeders de zorg voor de wezen op zich. Hun klooster stond ten zuiden van het toenmalig Begijnhof, nu de Parade. Voordien hadden deze geestelijken zich bezig gehouden met het verplegen van patiënten met besmettelijke ziekten, zoals de pestlijders.
Het feit dat deze kloosterlingen de zorg voor de wezen op zich hadden genomen, spaarde hun klooster tijdens de beeldenstorm van 1566. Andere Bossche kloosters werden geplunderd en zwaar beschadigd.
Maar de Alexianen zouden niet lang voor de wezen zorgen. Het klooster kreeg geen nieuwe kloosterlingen meer en in 1576 was de laatste broeder verdwenen. Het weeshuis werd toen definitief stadsweeshuis. In 1629, toen Frederik Hendrik de stad veroverde, werd de uitoefening van de katholieke godsdienst verboden. De wezen werden voortaan in de hervormde leer opgevoed.
Tot 1934 is er aan de Parade Gereformeerd Burgerweeshuis geweest. Tot die tijd werden er wezen opgevoed. Deze kinderen hebben het er lang niet altijd gemakkelijk gehad. Zo lezen we in het reglement van het weeshuis uit 1712 ondermeer dat de kinderen 's zomers al om vijf uur moesten opstaan. Dan konden ze eerst nog les krijgen vóór ze gingen werken!
In de achttiende eeuw is er in Den Bosch ook nog een katholiek weeshuis opgericht, omdat anders de roomse kinderen een hervormde opvoeding kregen. Het Bossche stadsbestuur steunde de oprichting van dit nieuwe weeshuis niet, daarom wendden de initiatiefnemers zich rechtstreeks tot de State Generaal. Resultaat was dat er zich een tweede weeshuis in de stad vestigde; in de Keizerstraat. Beide gebouwen bestaan nog, doch hebben nieuwe functies gekregen.
|
1984 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : EgentibusBrabants Dagblad donderdag 6 december 1984 (foto) |
1618 |
Kapittel 8. De regering doet een gehouwen steen met de tafel der weeskinderen boven de poort van het weeshuis plaatsen.
R.A. van Zuijlen, Inventaris der Archieven van de Stad
|